verlichting [v]
- beleuchten
- erleuchten
pijn [v]
- lindern
- mildern
- stillen
- erleichtern
- besänftigen
- beruhigen
- beschwichtigen
geneeskunde [v]
- lindern

verlichting [v]
- illuminate
- light up
- light
pijn [v]
- relieve
- allay [formal]
- alleviate
- assuage
- soothe
- lessen
- calm
- ease
- comfort
- pacify
geneeskunde [v]
- palliate [formal]

verlichting [v]
- illuminer
- éclairer
pijn [v]
- apaiser
- calmer
- alléger
- soulager
- adoucir
- consoler
geneeskunde [v]
- pallier

verlichting [v]
- illuminare
- rischiarare
pijn [v]
- calmare
- attenuare
- lenire
- acquietare
- alleviare
- mitigare
- placare
- sedare
geneeskunde [v]
- mitigare
- lenire

verlichting [v]
- iluminar
pijn [v]
- aliviar
- mitigar
- calmar
- aplacar
- apaciguar
- sosegar
geneeskunde [v]
- paliar

verlichting [v]
- upplysa
- belysa
pijn [v]
- mildra
- dämpa
- lindra
- lugna
- stilla
- lätta
- minska
- döva
- blidka
geneeskunde [v]
- lindra

verlichting [v]
- iluminar
- alumiar
pijn [v]
- aliviar
- acalmar
- abrandar
- mitigar
- aplacar
- sossegar
geneeskunde [v]
- paliar

lenigen [v]
- verzachten
mitigeren [v]
- afzwakken
- matigen
- verzachten
tegemoetkomen [v]
- bijdragen
- bijspringen
- bijstaan
- inwilligen
- verhelpen
verzachten [v]
- lenigen
- verminderen

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- verlichtend
- verlicht
Presens
- verlicht
- verlicht
- verlicht
- verlichten
- verlichten
- verlichten
Imperfect
- verlichtte
- verlichtte
- verlichtte
- verlichtten
- verlichtten
- verlichtten
Toekomende tijd I
- zal verlichten
- zult verlichten
- zal verlichten
- zullen verlichten
- zullen verlichten
- zullen verlichten
Conditionalis I
- zou verlichten
- zou verlichten
- zou verlichten
- zouden verlichten
- zouden verlichten
- zouden verlichten
Perfectum
- heb verlicht
- hebt verlicht
- heeft verlicht
- hebben verlicht
- hebben verlicht
- hebben verlicht
Voltooid verleden tijd
- had verlicht
- had verlicht
- had verlicht
- hadden verlicht
- hadden verlicht
- hadden verlicht
Toekomende tijd II
- zal verlicht hebben
- zult verlicht hebben
- zal verlicht hebben
- zullen verlicht hebben
- zullen verlicht hebben
- zullen verlicht hebben
Conditionalis II
- zou hebben verlicht
- zou hebben verlicht
- zou hebben verlicht
- zouden hebben verlicht
- zouden hebben verlicht
- zouden hebben verlicht
Imperatief
- -
- verlicht
- -
- -
- verlicht
- -