Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
anatomie - zoölogie [n]
- Horn [n]
noodzakelijkheid [v]
- sollen
- müssen
plaats [v]
- gehören
fysiologie [v]
- hören
gedrag [v]
- sich schicken
- sich ziemen
- sich gebühren
passen [v]
- passend sein
- geeignet sein
ENGELS
anatomie - zoölogie [n]
- horn
noodzakelijkheid [v]
- ought to
- should
- need
plaats [v]
- belong
fysiologie [v]
- hear
gedrag [v]
- become
- befit
- behoove
- behove
passen [v]
- suit
- fit
- befit
- become [formal]
FRANS
anatomie - zoölogie [n]
- corne [f]
noodzakelijkheid [v]
- devoir
- falloir
plaats [v]
- être à sa place
- aller
fysiologie [v]
- entendre
gedrag [v]
- convenir
- incomber à
- appartenir à
- être du devoir de
passen [v]
- convenir à
- être approprié à
- aller
ITALIAANS
anatomie - zoölogie [n]
- corno [m]
noodzakelijkheid [v]
- dovere
- bisognare
plaats [v]
- andare
fysiologie [v]
- udire
- sentire
gedrag [v]
- convenire
- valere la pena
passen [v]
- addirsi a
- convenirsi a
- confarsi a
- convenire a
SPAANS
anatomie - zoölogie [n]
- cuerno [m]
noodzakelijkheid [v]
- deber
- tener
plaats [v]
- pertenecer
fysiologie [v]
- oír
gedrag [v]
- convenir
- ser propio
- corresponder a
passen [v]
- convenir a
- corresponder a
- ser propio de
ZWEEDS
anatomie - zoölogie [n]
- horn [n]
noodzakelijkheid [v]
- bör
- borde
- måste
plaats [v]
- höra hemma
fysiologie [v]
- höra
gedrag [v]
- passa
- anstå
- hövas
- tillkomma
passen [v]
- passa
- anstå
- vara lämplig
PORTUGEES
anatomie - zoölogie [n]
- chifre [m]
- corno [m]
noodzakelijkheid [v]
- dever
- precisar
plaats [v]
- pertencer
fysiologie [v]
- ouvir
gedrag [v]
- convir
- caber
- competir
passen [v]
- adequar-se
- encaixar-se
- ser conveniente para
- ser apropriado para
THESAURUS
te horen krijgen [v]
- vernemen
- waarnemen
beluisteren [v]
- bemerken
- opmerken
aanhoren [v]
- luisteren naar
- verhoren
thuishoren [v]
behoren [v]
- betamen
- moeten
- passen
toebehoren [v]
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- horend
- gehoord
Presens
- hoor
- hoort
- hoort
- horen
- horen
- horen
Imperfect
- hoorde
- hoorde
- hoorde
- hoorden
- hoorden
- hoorden
Toekomende tijd I
- zal horen
- zult horen
- zal horen
- zullen horen
- zullen horen
- zullen horen
Conditionalis I
- zou horen
- zou horen
- zou horen
- zouden horen
- zouden horen
- zouden horen
Perfectum
- heb gehoord
- hebt gehoord
- heeft gehoord
- hebben gehoord
- hebben gehoord
- hebben gehoord
Voltooid verleden tijd
- had gehoord
- had gehoord
- had gehoord
- hadden gehoord
- hadden gehoord
- hadden gehoord
Toekomende tijd II
- zal gehoord hebben
- zult gehoord hebben
- zal gehoord hebben
- zullen gehoord hebben
- zullen gehoord hebben
- zullen gehoord hebben
Conditionalis II
- zou hebben gehoord
- zou hebben gehoord
- zou hebben gehoord
- zouden hebben gehoord
- zouden hebben gehoord
- zouden hebben gehoord
Imperatief
- -
- -
- -
- -
- -
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries