Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- volbrengend
- volbracht
Presens
- volbreng
- volbrengt
- volbrengt
- volbrengen
- volbrengen
- volbrengen
Imperfect
- volbracht
- volbracht
- volbracht
- volbrachten
- volbrachten
- volbrachten
Toekomende tijd I
- zal volbrengen
- zult volbrengen
- zal volbrengen
- zullen volbrengen
- zullen volbrengen
- zullen volbrengen
Conditionalis I
- zou volbrengen
- zou volbrengen
- zou volbrengen
- zouden volbrengen
- zouden volbrengen
- zouden volbrengen
Perfectum
- heb volbracht
- hebt volbracht
- heeft volbracht
- hebben volbracht
- hebben volbracht
- hebben volbracht
Voltooid verleden tijd
- had volbracht
- had volbracht
- had volbracht
- hadden volbracht
- hadden volbracht
- hadden volbracht
Toekomende tijd II
- zal volbracht hebben
- zult volbracht hebben
- zal volbracht hebben
- zullen volbracht hebben
- zullen volbracht hebben
- zullen volbracht hebben
Conditionalis II
- zou hebben volbracht
- zou hebben volbracht
- zou hebben volbracht
- zouden hebben volbracht
- zouden hebben volbracht
- zouden hebben volbracht
Imperatief
- -
- volbreng
- -
- -
- volbrengt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries