algemeen [v]
- erweitern
- vergrößern
kennis [v]
- zunehmen
- erweitern
- vergrößern
grootte [v]
- ausbreiten
- erweitern
vergroten [v]
- vergrößern
- aufblähen

algemeen [v]
- enlarge
- aggrandize
kennis [v]
- expand
- extend
- enlarge
grootte [v]
- expand
- make larger
vergroten [v]
- augment
- enlarge

algemeen [v]
- agrandir
- élargir
kennis [v]
- étendre
grootte [v]
- développer
- étendre
vergroten [v]
- élargir
- accroître
- agrandir

algemeen [v]
- ingrandire
- ampliare
kennis [v]
- ampliare
- estendere
grootte [v]
- espandere
- allargare
vergroten [v]
- aumentare
- accrescere

algemeen [v]
- agrandar
- ampliar
kennis [v]
- ampliar
- extender
grootte [v]
- ampliar
- extender
vergroten [v]
- aumentar
- ampliar
- agrandar

algemeen [v]
- förstora
kennis [v]
- utveckla
- vidga
- utvidga
grootte [v]
- expandera
- utvidga
vergroten [v]
- öka
- förstora

algemeen [v]
- aumentar
- ampliar
kennis [v]
- expandir
- estender
grootte [v]
- ampliar
- incrementar
vergroten [v]
- aumentar
- ampliar

uitbouwen [v]
- vergroten
- vermeerderen
openslaan [v]
- uitstrekken

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- uitbreidend
- uitgebreid
Presens
- breid uit
- breidt uit
- breidt uit
- breiden uit
- breiden uit
- breiden uit
Imperfect
- breidde uit
- breidde uit
- breidde uit
- breidden uit
- breidden uit
- breidden uit
Toekomende tijd I
- zal uitbreiden
- zult uitbreiden
- zal uitbreiden
- zullen uitbreiden
- zullen uitbreiden
- zullen uitbreiden
Conditionalis I
- zou uitbreiden
- zou uitbreiden
- zou uitbreiden
- zouden uitbreiden
- zouden uitbreiden
- zouden uitbreiden
Perfectum
- heb uitgebreid
- hebt uitgebreid
- heeft uitgebreid
- hebben uitgebreid
- hebben uitgebreid
- hebben uitgebreid
Voltooid verleden tijd
- had uitgebreid
- had uitgebreid
- had uitgebreid
- hadden uitgebreid
- hadden uitgebreid
- hadden uitgebreid
Toekomende tijd II
- zal uitgebreid hebben
- zult uitgebreid hebben
- zal uitgebreid hebben
- zullen uitgebreid hebben
- zullen uitgebreid hebben
- zullen uitgebreid hebben
Conditionalis II
- zou hebben uitgebreid
- zou hebben uitgebreid
- zou hebben uitgebreid
- zouden hebben uitgebreid
- zouden hebben uitgebreid
- zouden hebben uitgebreid
Imperatief
- -
- breid uit
- -
- -
- breidt uit
- -