Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
verschil [v]
- markieren
- anzeigen
karakteriseren [v]
- charakterisieren
- unterscheiden
ENGELS
FRANS
verschil [v]
- marquer
karakteriseren [v]
- caractériser
- distinguer
- marquer
ITALIAANS
verschil [v]
- contrassegnare
- caratterizzare
karakteriseren [v]
- caratterizzare
- distinguere
- segnare
SPAANS
verschil [v]
- señalar
- distinguir
karakteriseren [v]
- caracterizar
- distinguir
- marcar
ZWEEDS
verschil [v]
- framhäva
karakteriseren [v]
- karakterisera
- känneteckna
- utmärka
PORTUGEES
THESAURUS
karakteriseren [v]
- kenschetsen
- omschrijven
- typeren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- kenmerkend
- gekenmerkt
Presens
- kenmerk
- kenmerkt
- kenmerkt
- kenmerken
- kenmerken
- kenmerken
Imperfect
- kenmerkte
- kenmerkte
- kenmerkte
- kenmerkten
- kenmerkten
- kenmerkten
Toekomende tijd I
- zal kenmerken
- zult kenmerken
- zal kenmerken
- zullen kenmerken
- zullen kenmerken
- zullen kenmerken
Conditionalis I
- zou kenmerken
- zou kenmerken
- zou kenmerken
- zouden kenmerken
- zouden kenmerken
- zouden kenmerken
Perfectum
- heb gekenmerkt
- hebt gekenmerkt
- heeft gekenmerkt
- hebben gekenmerkt
- hebben gekenmerkt
- hebben gekenmerkt
Voltooid verleden tijd
- had gekenmerkt
- had gekenmerkt
- had gekenmerkt
- hadden gekenmerkt
- hadden gekenmerkt
- hadden gekenmerkt
Toekomende tijd II
- zal gekenmerkt hebben
- zult gekenmerkt hebben
- zal gekenmerkt hebben
- zullen gekenmerkt hebben
- zullen gekenmerkt hebben
- zullen gekenmerkt hebben
Conditionalis II
- zou hebben gekenmerkt
- zou hebben gekenmerkt
- zou hebben gekenmerkt
- zouden hebben gekenmerkt
- zouden hebben gekenmerkt
- zouden hebben gekenmerkt
Imperatief
- -
- kenmerk
- -
- -
- kenmerkt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries