Tegenwoordig en verleden deelwoord - verbergend - verborgen Presens - verberg - verbergt - verbergt - verbergen - verbergen - verbergen Imperfect - verborg - verborg - verborg - verborgen - verborgen - verborgen Toekomende tijd I - zal verbergen - zult verbergen - zal verbergen - zullen verbergen - zullen verbergen - zullen verbergen Conditionalis I - zou verbergen - zou verbergen - zou verbergen - zouden verbergen - zouden verbergen - zouden verbergen Perfectum - heb verborgen - hebt verborgen - heeft verborgen - hebben verborgen - hebben verborgen - hebben verborgen Voltooid verleden tijd - had verborgen - had verborgen - had verborgen - hadden verborgen - hadden verborgen - hadden verborgen Toekomende tijd II - zal verborgen hebben - zult verborgen hebben - zal verborgen hebben - zullen verborgen hebben - zullen verborgen hebben - zullen verborgen hebben Conditionalis II - zou hebben verborgen - zou hebben verborgen - zou hebben verborgen - zouden hebben verborgen - zouden hebben verborgen - zouden hebben verborgen Imperatief - - - verberg - - - - - verbergt - -