Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
val [n]
- Sturz [m]
- Fall [m]
categorie [v]
- fallen
verkoop [v]
- fallen
- stark zurückgehen
nacht [v]
- einbrechen
- hereinbrechen
intransitief [v]
- fallen
aantal [v]
- fallen
regering [v]
- stürzen
prijzen [v]
- sinken
- fallen
tijd [v]
- fallen
ENGELS
val [n]
- fall
- drop
categorie [v]
- fall
verkoop [v]
- slump
nacht [v]
- fall
intransitief [v]
- fall
- drop
aantal [v]
- sink
regering [v]
- fall
prijzen [v]
- fall
- drop
- fall away
- recede
tijd [v]
- fall
FRANS
val [n]
- chute [f]
- bûche [f (informal)]
categorie [v]
- se trouver
- être
verkoop [v]
- baisser brutalement
- s'effondrer
nacht [v]
- tomber
intransitief [v]
- tomber
aantal [v]
- tomber
regering [v]
- tomber
prijzen [v]
- baisser
- tomber
tijd [v]
- tomber
ITALIAANS
val [n]
- caduta [f]
- crollo [m]
categorie [v]
- essere
verkoop [v]
- crollare
- subire un tracollo
nacht [v]
- cadere
intransitief [v]
- cadere
aantal [v]
- abbassarsi
- scendere
regering [v]
- cadere
prijzen [v]
- diminuire
- calare
tijd [v]
- cadere
SPAANS
val [n]
- caída [f]
- baja [f]
categorie [v]
- caer
verkoop [v]
- bajar súbitamente
nacht [v]
- caer
intransitief [v]
- caerse
aantal [v]
- bajar
- descender
regering [v]
- caer
prijzen [v]
- bajar
tijd [v]
- caer
ZWEEDS
val [n]
- fall [n]
- fallande [n]
categorie [v]
- falla
verkoop [v]
- rasa
- falla plötsligt
nacht [v]
- falla på
intransitief [v]
- falla
- nedfalla
- ramla
aantal [v]
- avta
- minska
regering [v]
- störtas
prijzen [v]
- sjunka
- gå ned
tijd [v]
- infalla
PORTUGEES
val [n]
- queda [f]
- caída [f]
- tombo [m]
categorie [v]
- encontrar-se
- estar
verkoop [v]
- sofrer uma queda brusca
- cair bruscamente
nacht [v]
- cair
intransitief [v]
- cair
aantal [v]
- cair
- decrescer
regering [v]
- cair
prijzen [v]
- cair
- baixar
tijd [v]
- cair
THESAURUS
neerkomen [v]
- neerploffen
- terechtkomen
opgevat worden [v]
- uitvallen
dalen [v]
- duikelen
- instorten
- kelderen
- zakken
donderen [v]
- flikkeren
- kukelen
- omvallen
- onderuit gaan
- struikelen
- tuimelen
blijven [v]
- sneuvelen
- sterven
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- vallend
- gevallen
Presens
- val
- valt
- valt
- vallen
- vallen
- vallen
Imperfect
- viel
- viel
- viel
- vielen
- vielen
- vielen
Toekomende tijd I
- zal vallen
- zult vallen
- zal vallen
- zullen vallen
- zullen vallen
- zullen vallen
Conditionalis I
- zou vallen
- zou vallen
- zou vallen
- zouden vallen
- zouden vallen
- zouden vallen
Perfectum
- ben gevallen
- bent gevallen
- is gevallen
- zijn gevallen
- zijn gevallen
- zijn gevallen
Voltooid verleden tijd
- was gevallen
- was gevallen
- was gevallen
- waren gevallen
- waren gevallen
- waren gevallen
Toekomende tijd II
- zal gevallen zijn
- zult gevallen zijn
- zal gevallen zijn
- zullen gevallen zijn
- zullen gevallen zijn
- zullen gevallen zijn
Conditionalis II
- zou zijn gevallen
- zou zijn gevallen
- zou zijn gevallen
- zouden zijn gevallen
- zouden zijn gevallen
- zouden zijn gevallen
Imperatief
- -
- val
- -
- -
- valt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries