Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
dieren [v]
- zähmen
- bändigen
ENGELS
dieren [v]
- domesticate
- tame
FRANS
dieren [v]
- domestiquer
ITALIAANS
SPAANS
dieren [v]
- domesticar
- amansar
ZWEEDS
dieren [v]
- tämja
- domesticera
PORTUGEES
dieren [v]
- domesticar
- domar
THESAURUS
tam maken [v]
africhten [v]
- dresseren
intomen [v]
- klein krijgen
- onderkrijgen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- temmend
- getemd
Presens
- tem
- temt
- temt
- temmen
- temmen
- temmen
Imperfect
- temde
- temde
- temde
- temden
- temden
- temden
Toekomende tijd I
- zal temmen
- zult temmen
- zal temmen
- zullen temmen
- zullen temmen
- zullen temmen
Conditionalis I
- zou temmen
- zou temmen
- zou temmen
- zouden temmen
- zouden temmen
- zouden temmen
Perfectum
- heb getemd
- hebt getemd
- heeft getemd
- hebben getemd
- hebben getemd
- hebben getemd
Voltooid verleden tijd
- had getemd
- had getemd
- had getemd
- hadden getemd
- hadden getemd
- hadden getemd
Toekomende tijd II
- zal getemd hebben
- zult getemd hebben
- zal getemd hebben
- zullen getemd hebben
- zullen getemd hebben
- zullen getemd hebben
Conditionalis II
- zou hebben getemd
- zou hebben getemd
- zou hebben getemd
- zouden hebben getemd
- zouden hebben getemd
- zouden hebben getemd
Imperatief
- -
- tem
- -
- -
- temt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries