Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
THESAURUS
twisten [v]
kibbelen [v]
- kijven
- krakelen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- ruziënd
- geruzied
Presens
- ruzie
- ruziet
- ruziet
- ruziën
- ruziën
- ruziën
Imperfect
- ruziede
- ruziede
- ruziede
- ruzieden
- ruzieden
- ruzieden
Toekomende tijd I
- zal ruziën
- zult ruziën
- zal ruziën
- zullen ruziën
- zullen ruziën
- zullen ruziën
Conditionalis I
- zou ruziën
- zou ruziën
- zou ruziën
- zouden ruziën
- zouden ruziën
- zouden ruziën
Perfectum
- heb geruzied
- hebt geruzied
- heeft geruzied
- hebben geruzied
- hebben geruzied
- hebben geruzied
Voltooid verleden tijd
- had geruzied
- had geruzied
- had geruzied
- hadden geruzied
- hadden geruzied
- hadden geruzied
Toekomende tijd II
- zal geruzied hebben
- zult geruzied hebben
- zal geruzied hebben
- zullen geruzied hebben
- zullen geruzied hebben
- zullen geruzied hebben
Conditionalis II
- zou hebben geruzied
- zou hebben geruzied
- zou hebben geruzied
- zouden hebben geruzied
- zouden hebben geruzied
- zouden hebben geruzied
Imperatief
- -
- ruzie
- -
- -
- ruziet
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries