Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
persoon [v]
- verfolgen
ENGELS
persoon [v]
- trace
- track
- trail
FRANS
persoon [v]
- suivre la trace
- pister
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
persoon [v]
- spåra
- följa
PORTUGEES
THESAURUS
ontdekken [v]
- uitvissen
- uitzoeken
- vinden
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- opsporend
- opgespoord
Presens
- spoor op
- spoort op
- spoort op
- sporen op
- sporen op
- sporen op
Imperfect
- spoorde op
- spoorde op
- spoorde op
- spoorden op
- spoorden op
- spoorden op
Toekomende tijd I
- zal opsporen
- zult opsporen
- zal opsporen
- zullen opsporen
- zullen opsporen
- zullen opsporen
Conditionalis I
- zou opsporen
- zou opsporen
- zou opsporen
- zouden opsporen
- zouden opsporen
- zouden opsporen
Perfectum
- heb opgespoord
- hebt opgespoord
- heeft opgespoord
- hebben opgespoord
- hebben opgespoord
- hebben opgespoord
Voltooid verleden tijd
- had opgespoord
- had opgespoord
- had opgespoord
- hadden opgespoord
- hadden opgespoord
- hadden opgespoord
Toekomende tijd II
- zal opgespoord hebben
- zult opgespoord hebben
- zal opgespoord hebben
- zullen opgespoord hebben
- zullen opgespoord hebben
- zullen opgespoord hebben
Conditionalis II
- zou hebben opgespoord
- zou hebben opgespoord
- zou hebben opgespoord
- zouden hebben opgespoord
- zouden hebben opgespoord
- zouden hebben opgespoord
Imperatief
- -
- spoor op
- -
- -
- spoort op
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries