Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
tijd [v]
- kombinieren
samenvoegen [v]
- zusammenschließen
- zusammenfügen
ENGELS
tijd [v]
- combine
samenvoegen [v]
- consolidate
- merge
- combine
FRANS
tijd [v]
- combiner
samenvoegen [v]
- unir
- combiner
- joindre
- fondre
ITALIAANS
tijd [v]
- combinare
samenvoegen [v]
- fondere
- unire
- combinare
SPAANS
tijd [v]
- combinar
samenvoegen [v]
- consolidar
- fusionar
- combinar
ZWEEDS
tijd [v]
- kombinera
samenvoegen [v]
- slå samman
- sammanföra
PORTUGEES
tijd [v]
- combinar
samenvoegen [v]
- consolidar
- unir
- combinar
THESAURUS
samenvoegen [v]
verbinden [v]
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- combinerend
- gecombineerd
Presens
- combineer
- combineert
- combineert
- combineren
- combineren
- combineren
Imperfect
- combineerde
- combineerde
- combineerde
- combineerden
- combineerden
- combineerden
Toekomende tijd I
- zal combineren
- zult combineren
- zal combineren
- zullen combineren
- zullen combineren
- zullen combineren
Conditionalis I
- zou combineren
- zou combineren
- zou combineren
- zouden combineren
- zouden combineren
- zouden combineren
Perfectum
- heb gecombineerd
- hebt gecombineerd
- heeft gecombineerd
- hebben gecombineerd
- hebben gecombineerd
- hebben gecombineerd
Voltooid verleden tijd
- had gecombineerd
- had gecombineerd
- had gecombineerd
- hadden gecombineerd
- hadden gecombineerd
- hadden gecombineerd
Toekomende tijd II
- zal gecombineerd hebben
- zult gecombineerd hebben
- zal gecombineerd hebben
- zullen gecombineerd hebben
- zullen gecombineerd hebben
- zullen gecombineerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gecombineerd
- zou hebben gecombineerd
- zou hebben gecombineerd
- zouden hebben gecombineerd
- zouden hebben gecombineerd
- zouden hebben gecombineerd
Imperatief
- -
- combineer
- -
- -
- combineert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries