Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ornithologie [v]
- brüten
ENGELS
ornithologie [v]
- hatch
- brood
FRANS
ornithologie [v]
- couver
ITALIAANS
ornithologie [v]
- covare
SPAANS
ornithologie [v]
- incubar
- empollar
ZWEEDS
ornithologie [v]
- ruva
PORTUGEES
ornithologie [v]
- chocar
THESAURUS
nadenken [v]
- bezinnen
- overpeinzen
- overwegen
zinnen [v]
- denken over
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- broedend
- gebroed
Presens
- broed
- broedt
- broedt
- broeden
- broeden
- broeden
Imperfect
- broedde
- broedde
- broedde
- broedden
- broedden
- broedden
Toekomende tijd I
- zal broeden
- zult broeden
- zal broeden
- zullen broeden
- zullen broeden
- zullen broeden
Conditionalis I
- zou broeden
- zou broeden
- zou broeden
- zouden broeden
- zouden broeden
- zouden broeden
Perfectum
- heb gebroed
- hebt gebroed
- heeft gebroed
- hebben gebroed
- hebben gebroed
- hebben gebroed
Voltooid verleden tijd
- had gebroed
- had gebroed
- had gebroed
- hadden gebroed
- hadden gebroed
- hadden gebroed
Toekomende tijd II
- zal gebroed hebben
- zult gebroed hebben
- zal gebroed hebben
- zullen gebroed hebben
- zullen gebroed hebben
- zullen gebroed hebben
Conditionalis II
- zou hebben gebroed
- zou hebben gebroed
- zou hebben gebroed
- zouden hebben gebroed
- zouden hebben gebroed
- zouden hebben gebroed
Imperatief
- -
- broed
- -
- -
- broedt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries