Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
betaling [v]
- besolden
- entlohnen
ENGELS
betaling [v]
- pay salary to
- pay
FRANS
ITALIAANS
betaling [v]
- pagare
- salariare
- stipendiare
SPAANS
betaling [v]
- pagar
- retribuir
ZWEEDS
betaling [v]
- avlöna
- betala ut
PORTUGEES
betaling [v]
- pagar
- remunerar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- bezoldigend
- bezoldigd
Presens
- bezoldig
- bezoldigt
- bezoldigt
- bezoldigen
- bezoldigen
- bezoldigen
Imperfect
- bezoldigde
- bezoldigde
- bezoldigde
- bezoldigden
- bezoldigden
- bezoldigden
Toekomende tijd I
- zal bezoldigen
- zult bezoldigen
- zal bezoldigen
- zullen bezoldigen
- zullen bezoldigen
- zullen bezoldigen
Conditionalis I
- zou bezoldigen
- zou bezoldigen
- zou bezoldigen
- zouden bezoldigen
- zouden bezoldigen
- zouden bezoldigen
Perfectum
- heb bezoldigd
- hebt bezoldigd
- heeft bezoldigd
- hebben bezoldigd
- hebben bezoldigd
- hebben bezoldigd
Voltooid verleden tijd
- had bezoldigd
- had bezoldigd
- had bezoldigd
- hadden bezoldigd
- hadden bezoldigd
- hadden bezoldigd
Toekomende tijd II
- zal bezoldigd hebben
- zult bezoldigd hebben
- zal bezoldigd hebben
- zullen bezoldigd hebben
- zullen bezoldigd hebben
- zullen bezoldigd hebben
Conditionalis II
- zou hebben bezoldigd
- zou hebben bezoldigd
- zou hebben bezoldigd
- zouden hebben bezoldigd
- zouden hebben bezoldigd
- zouden hebben bezoldigd
Imperatief
- -
- bezoldig
- -
- -
- bezoldigt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries