Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
hinderen [n]
- clogging
- hindering
- obstructing
- stopping up
- jamming
obstakel [v]
- hamper
plan [v]
- thwart
- impede
- obstruct
activiteit [v]
- hinder
- obstruct
- hamper
- interfere with
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
hinderen [n]
- obstrucción [f]
- atasco [m]
- bloqueo [m]
obstakel [v]
- obstaculizar
plan [v]
- frustrar
- desbaratar
- impedir
activiteit [v]
- estorbar
- interferir con
ZWEEDS
PORTUGEES
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- belemmerend
- belemmerd
Presens
- belemmer
- belemmert
- belemmert
- belemmeren
- belemmeren
- belemmeren
Imperfect
- belemmerde
- belemmerde
- belemmerde
- belemmerden
- belemmerden
- belemmerden
Toekomende tijd I
- zal belemmeren
- zult belemmeren
- zal belemmeren
- zullen belemmeren
- zullen belemmeren
- zullen belemmeren
Conditionalis I
- zou belemmeren
- zou belemmeren
- zou belemmeren
- zouden belemmeren
- zouden belemmeren
- zouden belemmeren
Perfectum
- heb belemmerd
- hebt belemmerd
- heeft belemmerd
- hebben belemmerd
- hebben belemmerd
- hebben belemmerd
Voltooid verleden tijd
- had belemmerd
- had belemmerd
- had belemmerd
- hadden belemmerd
- hadden belemmerd
- hadden belemmerd
Toekomende tijd II
- zal belemmerd hebben
- zult belemmerd hebben
- zal belemmerd hebben
- zullen belemmerd hebben
- zullen belemmerd hebben
- zullen belemmerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben belemmerd
- zou hebben belemmerd
- zou hebben belemmerd
- zouden hebben belemmerd
- zouden hebben belemmerd
- zouden hebben belemmerd
Imperatief
- -
- belemmer
- -
- -
- belemmert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries