Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
helpen [v]
- assist
- help
- aid
FRANS
helpen [v]
- assister
- aider
ITALIAANS
helpen [v]
- assistere
- aiutare
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
helpen [v]
- socorrer
- ajudar
THESAURUS
bijstaan [v]
- helpen
- meewerken
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- assisterend
- geassisteerd
Presens
- assisteer
- assisteert
- assisteert
- assisteren
- assisteren
- assisteren
Imperfect
- assisteerde
- assisteerde
- assisteerde
- assisteerden
- assisteerden
- assisteerden
Toekomende tijd I
- zal assisteren
- zult assisteren
- zal assisteren
- zullen assisteren
- zullen assisteren
- zullen assisteren
Conditionalis I
- zou assisteren
- zou assisteren
- zou assisteren
- zouden assisteren
- zouden assisteren
- zouden assisteren
Perfectum
- heb geassisteerd
- hebt geassisteerd
- heeft geassisteerd
- hebben geassisteerd
- hebben geassisteerd
- hebben geassisteerd
Voltooid verleden tijd
- had geassisteerd
- had geassisteerd
- had geassisteerd
- hadden geassisteerd
- hadden geassisteerd
- hadden geassisteerd
Toekomende tijd II
- zal geassisteerd hebben
- zult geassisteerd hebben
- zal geassisteerd hebben
- zullen geassisteerd hebben
- zullen geassisteerd hebben
- zullen geassisteerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geassisteerd
- zou hebben geassisteerd
- zou hebben geassisteerd
- zouden hebben geassisteerd
- zouden hebben geassisteerd
- zouden hebben geassisteerd
Imperatief
- -
- assisteer
- -
- -
- assisteert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries