Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
beweging [v]
- wegrollen
- wegwälzen
ENGELS
beweging [v]
- roll off
- roll away
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
beweging [v]
- rulla bort
- rulla iväg
PORTUGEES
beweging [v]
- rolar
- afastar-se rolando
THESAURUS
afschuiven [v]
- overdragen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- afwentelend
- afgewenteld
Presens
- wentel af
- wentelt af
- wentelt af
- wentelen af
- wentelen af
- wentelen af
Imperfect
- wentelde af
- wentelde af
- wentelde af
- wentelden af
- wentelden af
- wentelden af
Toekomende tijd I
- zal afwentelen
- zult afwentelen
- zal afwentelen
- zullen afwentelen
- zullen afwentelen
- zullen afwentelen
Conditionalis I
- zou afwentelen
- zou afwentelen
- zou afwentelen
- zouden afwentelen
- zouden afwentelen
- zouden afwentelen
Perfectum
- heb afgewenteld
- hebt afgewenteld
- heeft afgewenteld
- hebben afgewenteld
- hebben afgewenteld
- hebben afgewenteld
Voltooid verleden tijd
- had afgewenteld
- had afgewenteld
- had afgewenteld
- hadden afgewenteld
- hadden afgewenteld
- hadden afgewenteld
Toekomende tijd II
- zal afgewenteld hebben
- zult afgewenteld hebben
- zal afgewenteld hebben
- zullen afgewenteld hebben
- zullen afgewenteld hebben
- zullen afgewenteld hebben
Conditionalis II
- zou hebben afgewenteld
- zou hebben afgewenteld
- zou hebben afgewenteld
- zouden hebben afgewenteld
- zouden hebben afgewenteld
- zouden hebben afgewenteld
Imperatief
- -
- wentel af
- -
- -
- wentelt af
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries