Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
handel [v]
- anpreisen
aanbevelen [v]
- empfehlen
- anpreisen
ENGELS
handel [v]
- tout
aanbevelen [v]
- recommend
- praise
- commend
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
handel [v]
- solicitar
aanbevelen [v]
- encomendar
- recomendar
ZWEEDS
handel [v]
- försöka värva kunder
aanbevelen [v]
- rekommendera
- prisa
PORTUGEES
THESAURUS
aanbevelen [v]
- aanraden
- recommanderen
recommanderen [v]
- aanbevelen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- aanprijzend
- aangeprezen
Presens
- prijs aan
- prijst aan
- prijst aan
- prijzen aan
- prijzen aan
- prijzen aan
Imperfect
- prees aan
- prees aan
- prees aan
- prezen aan
- prezen aan
- prezen aan
Toekomende tijd I
- zal aanprijzen
- zult aanprijzen
- zal aanprijzen
- zullen aanprijzen
- zullen aanprijzen
- zullen aanprijzen
Conditionalis I
- zou aanprijzen
- zou aanprijzen
- zou aanprijzen
- zouden aanprijzen
- zouden aanprijzen
- zouden aanprijzen
Perfectum
- heb aangeprezen
- hebt aangeprezen
- heeft aangeprezen
- hebben aangeprezen
- hebben aangeprezen
- hebben aangeprezen
Voltooid verleden tijd
- had aangeprezen
- had aangeprezen
- had aangeprezen
- hadden aangeprezen
- hadden aangeprezen
- hadden aangeprezen
Toekomende tijd II
- zal aangeprezen hebben
- zult aangeprezen hebben
- zal aangeprezen hebben
- zullen aangeprezen hebben
- zullen aangeprezen hebben
- zullen aangeprezen hebben
Conditionalis II
- zou hebben aangeprezen
- zou hebben aangeprezen
- zou hebben aangeprezen
- zouden hebben aangeprezen
- zouden hebben aangeprezen
- zouden hebben aangeprezen
Imperatief
- -
- prijs aan
- -
- -
- prijst aan
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries