Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
persoon [v]
- look at
- eye
FRANS
ITALIAANS
persoon [v]
- guardare
- osservare
- squadrare
SPAANS
persoon [v]
- mirar
ZWEEDS
persoon [v]
- betrakta
- syna
PORTUGEES
persoon [v]
- olhar
- encarar
THESAURUS
aanblikken [v]
- aanzien
afwachten [v]
- overdenken
verdenken [v]
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- aankijkend
- aangekeken
Presens
- kijk aan
- kijkt aan
- kijkt aan
- kijken aan
- kijken aan
- kijken aan
Imperfect
- keek aan
- keek aan
- keek aan
- keken aan
- keken aan
- keken aan
Toekomende tijd I
- zal aankijken
- zult aankijken
- zal aankijken
- zullen aankijken
- zullen aankijken
- zullen aankijken
Conditionalis I
- zou aankijken
- zou aankijken
- zou aankijken
- zouden aankijken
- zouden aankijken
- zouden aankijken
Perfectum
- heb aangekeken
- hebt aangekeken
- heeft aangekeken
- hebben aangekeken
- hebben aangekeken
- hebben aangekeken
Voltooid verleden tijd
- had aangekeken
- had aangekeken
- had aangekeken
- hadden aangekeken
- hadden aangekeken
- hadden aangekeken
Toekomende tijd II
- zal aangekeken hebben
- zult aangekeken hebben
- zal aangekeken hebben
- zullen aangekeken hebben
- zullen aangekeken hebben
- zullen aangekeken hebben
Conditionalis II
- zou hebben aangekeken
- zou hebben aangekeken
- zou hebben aangekeken
- zouden hebben aangekeken
- zouden hebben aangekeken
- zouden hebben aangekeken
Imperatief
- -
- kijk aan
- -
- -
- kijkt aan
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries